Columns
2016
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Amsterdam omsingeld 714
Gepubliceerd in Stadsblad de Echo van 24 augustus 2016
Wie herinnert zich niet de Grolsch bierreclames met de slogan ‘Vakmanschap is meesterschap’? Met sfeervolle opnames en een Vivaldi-achtig muziekje werden ambachten in beeld gebracht. Waardering voor vakmanschap was toen al schaars geworden, maar hierin kreeg het de aandacht die het verdiende. Het merendeel van de historische huizen is gebouwd met eenzelfde soort passie en het vakmanschap uit die bierreclames. Daarbij moet worden aangetekend dat steenhouwers en houtsnijders uit die tijd zich konden blijven ontwikkelen, omdat het decoreren een belangrijk onderdeel was van huizenbouw. Feitelijk was de Amsterdamse School de laatste bouwstijl, waar nog sprake was van dat decoratieve aspect. De huizen van toen zijn de monumenten van nu. Nog steeds zijn vaklui met gouden handjes nodig voor zaken als gevelbekroningen, gevelstenen, stucwerk, siersmeedwerk of plafondbeschilderingen. Dit soort specifieke kennis is misschien minder makkelijk voorhanden, bij het restaureren van monumenten blijft ze vereist.
De onlangs overleden beeldhouwer Hans ’t Mannetje (1944-2016) had dat in de jaren zestig al goed begrepen. Hij liep rond met het idee om een leerschool annex werkplaats en kenniscentrum op te zetten. In 1968 kreeg hij het voor mekaar. De gemeente had hem de voormalige synagoge aan de Nieuwe Uilenburgerstraat ter beschikking gesteld. Hij werd de drijvende kracht achter het hier gevestigde restauratieatelier ‘Uilenburg’. Vaklui deelden hun kennis met jonge mensen die het ambachtelijk restaureren onder de knie wilden krijgen, beetje vergelijkbaar met de oude gildestructuur van meester en gezel. Zelf maakte en restaureerde Hans ook geveltoppen. In 1982 kreeg hij de opdracht om de marmeren sfinxen te maken bij de ingang van het Wertheimpark als geschenk bij het 300-jarig bestaan van de Plantage. Hans stond z’n mannetje. Helaas werd het restauratieatelier in 1986 de nek omgedraaid. Er hadden zich onder zijn leiding malversaties voorgedaan en teleurgesteld verliet hij Amsterdam. Vanuit het Gelderse Dieren legde hij zich toe op het maken van gevelstenen. Hij heeft er 236 gemaakt, waarvan 70 voor Amsterdam. Aardig voorbeeld is de ‘Eeuwige Gaper’, een gevelsteen uit 1996 aan de zijgevel van apotheek van der Meulen op Geldersekade 84a. Niet veel mensen weten dat het een ironisch zelfportret van de meester zelf is.
Er is veel voor te zeggen om het opgeheven restauratieatelier een herstart te gunnen voor de broodnodige overdracht van kennis aan jonge mensen. Of rollen historische geveltoppen in de toekomst ook gewoon uit de 3D-printer?
Bijschrift bij de foto: Deze gevelsteen gemaakt door Hans ’t Mannetje is te vinden op Geldersekade 84a.
Gepubliceerd in Stadsblad de Echo van 24 augustus 2016
Wie herinnert zich niet de Grolsch bierreclames met de slogan ‘Vakmanschap is meesterschap’? Met sfeervolle opnames en een Vivaldi-achtig muziekje werden ambachten in beeld gebracht. Waardering voor vakmanschap was toen al schaars geworden, maar hierin kreeg het de aandacht die het verdiende. Het merendeel van de historische huizen is gebouwd met eenzelfde soort passie en het vakmanschap uit die bierreclames. Daarbij moet worden aangetekend dat steenhouwers en houtsnijders uit die tijd zich konden blijven ontwikkelen, omdat het decoreren een belangrijk onderdeel was van huizenbouw. Feitelijk was de Amsterdamse School de laatste bouwstijl, waar nog sprake was van dat decoratieve aspect. De huizen van toen zijn de monumenten van nu. Nog steeds zijn vaklui met gouden handjes nodig voor zaken als gevelbekroningen, gevelstenen, stucwerk, siersmeedwerk of plafondbeschilderingen. Dit soort specifieke kennis is misschien minder makkelijk voorhanden, bij het restaureren van monumenten blijft ze vereist.
De onlangs overleden beeldhouwer Hans ’t Mannetje (1944-2016) had dat in de jaren zestig al goed begrepen. Hij liep rond met het idee om een leerschool annex werkplaats en kenniscentrum op te zetten. In 1968 kreeg hij het voor mekaar. De gemeente had hem de voormalige synagoge aan de Nieuwe Uilenburgerstraat ter beschikking gesteld. Hij werd de drijvende kracht achter het hier gevestigde restauratieatelier ‘Uilenburg’. Vaklui deelden hun kennis met jonge mensen die het ambachtelijk restaureren onder de knie wilden krijgen, beetje vergelijkbaar met de oude gildestructuur van meester en gezel. Zelf maakte en restaureerde Hans ook geveltoppen. In 1982 kreeg hij de opdracht om de marmeren sfinxen te maken bij de ingang van het Wertheimpark als geschenk bij het 300-jarig bestaan van de Plantage. Hans stond z’n mannetje. Helaas werd het restauratieatelier in 1986 de nek omgedraaid. Er hadden zich onder zijn leiding malversaties voorgedaan en teleurgesteld verliet hij Amsterdam. Vanuit het Gelderse Dieren legde hij zich toe op het maken van gevelstenen. Hij heeft er 236 gemaakt, waarvan 70 voor Amsterdam. Aardig voorbeeld is de ‘Eeuwige Gaper’, een gevelsteen uit 1996 aan de zijgevel van apotheek van der Meulen op Geldersekade 84a. Niet veel mensen weten dat het een ironisch zelfportret van de meester zelf is.
Er is veel voor te zeggen om het opgeheven restauratieatelier een herstart te gunnen voor de broodnodige overdracht van kennis aan jonge mensen. Of rollen historische geveltoppen in de toekomst ook gewoon uit de 3D-printer?
Bijschrift bij de foto: Deze gevelsteen gemaakt door Hans ’t Mannetje is te vinden op Geldersekade 84a.